Wanneer heb je aan een bank genoeg geld betaald voor een lening?
Het fnuikende van 'aflossingsvrije leningen'

Met St Geldbelangen zijn we al bijna zes jaar aan het strijden tegen het te veel betalen van rente op doorlopende kredieten met variabele rente. We hebben het dan over de absurde hoogte van de rente.
Maar regelmatig horen we van consumenten: “ik heb nu al zoooo veel betaald. Ik vind het nu wel genoeg.” Volgens de standaard uitleg vanuit de financiële sector klopt dat dan niet. Men zegt immers: “als je iets ‘leent’ (in dit geval geld) dan betaal je daarvoor periodiek huur (rente) en je moet het geleende een keer terug geven. Dus als je € 30.000 leent tegen 5% (niet echt exorbitant) en je betaalt alleen maar rente , dan heb je na 20 jaar € 30.000 aan de bank betaald, maar niets afgelost. Dus moet je nog steeds die € 30.000 terug geven”. Op zijn minst betaalt de klant dan in totaal € 60.000 aan de bank. ‘Op zijn minst’, want hij moet ook nog steeds rente betalen in de periode dat hij het geld aan het ‘terug geven’ is. Veronderstel dat hij die schuld in 10 jaar afbouwt dan betaalt hij nog eens zo’n € 38.000. Voor een lening van € 30.000 is hij dus op deze manier in totaal bijna € 68.000 kwijt.
Dát vinden veel consument onlogisch. En daar valt wat voor te
zeggen…..
Huren
Als ik een auto of een huis huur en ik betaal huur dan moet de verhuurder dat huurgeld o.a. (naast bedrijfskosten en winst) gebruiken om die auto of dat huis te onderhouden en om op den duur er een nieuwe voor aan te schaffen. Maar hoe zit dat met geld? Die € 30.000 blijft gewoon € 30.000. (Ik laat de inflatiecomponent gemakshalve buiten beschouwing.) Die € 30.000 vergt geen ‘onderhoud’ en hoeft niet vervangen te worden. De rente die de klant per jaar betaalt - € 1.500 - kan (buiten wat bedrijfskosten) weer volledig ingezet worden voor nieuwe leningen.
De crux van het heel veel betalen zit ‘m in het geheel of grotendeels ‘aflossingsvrij zijn’ van een lening. Blijkens onderzoeken door sommige consumenten zelfs letterlijk zo opgevat. (“Maar ik hoef toch niet af te lossen?”) Het aflossingsvrije doorlopend consumptief krediet is eind vorige eeuw – begin deze eeuw grootschalig in de markt gezet door de boeven van DSB. En door anderen nagevolgd. Geweldig voor de banken: voortdurende inkomsten. En lucratief voor krediet-tussenpersonen: voortdurende provisie.
Wij zien regelmatig dit soort kredieten uit begin van deze eeuw – die nu dus al 15 tot 20 jaar lopen – vrijwel zonder dat er iets afgelost is. En dan hebben we het niet over rentes van 5%. Nee, die zijn fors hoger.
Hulp aan mensen met schulden
Een op de vijf huishoudens kampt met problematische schulden. Voor zover dat schulden aan banken zijn zou die sector vanaf 2020 eens kunnen omdenken en zijn best doen om deze mensen van hun schuld af te helpen. Daar moet een model voor te bedenken zijn.
Voor een bank is ‘geld’ in het algemeen geen ‘geld’. Het zijn getallen in een systeem. Zeker als we weten dat de banken geld ‘uit het niets’ laten ontstaan. Banken kunnen hierdoor eenvoudig op een andere manier gaan kijken naar het feit of een klant hem voldoende ‘betaald’ heeft. Door bijvoorbeeld te zeggen: “hoeveel zou ik in totaal van die klant hebben gekregen als ik de lening ooit als annuiteit verkocht zou hebben?”.
Voorbeeld bij een consumptief krediet van € 30.000 dat 15 jaar loopt en een gemiddelde rente van 8%. Als annuïteit zou de klant na 15 jaar klaar kunnen zijn en circa € 52.000 hebben betaald. Is de lening aflossingsvrij aangegaan dan heeft de klant na 15 jaar (15 x € 2.400=) € 36.000 betaald. De bank zou dan kunnen zeggen dat zo’n klant nog (€ 52.000 - € 36.000=) € 16.000 schuldig is. Als de klant de jaartermijn van € 2.400, waaraan hij gewend is, nog een kleine 7 jaar betaalt, kan hij van zijn schuld af zijn. Dat is in ieder geval een stuk minder dan bij de traditionele benadering.
Ik kan me voorstellen dat er nu mensen zijn die denken: “wat zat er in de oliebollen van die Goedhart?”. Dat snap ik. Er zijn vast ook een boel mitsen en maren. Maar laat de sector er toch eens over doordenken en een hoop mensen met (m.n. problematische) schulden tegemoet komen.









