Veel gestelde vragen en antwoorden na uitspraken van januari 2019

"Is het nu zeker, dat ik recht heb op compensatie als mijn rente te hoog is geweest ten opzichte van de marktrente?"
De Commissie van Beroep van het Kifid heeft in twee uitspraken gezegd dat de bank moet compenseren als de rente op je lening niet voldoende de marktrente heeft gevolgd. De Geschillencommissie van het Kifid (een wat lager niveau binnen het Kifid) heeft tot deze uitspraken alle zaken stil gelegd, omdat de uitspraken van de Commissie van Beroep richting gevend zouden zijn. Je mag er van uit gaan dat als de bank de rente op jouw lening niet voldoende heeft aangepast, jij dus ook recht hebt op die compensatie.
"Volgens Kassa nam het Kifid eerst de 3 maands-Euribor-rente als maatstaf voor bepalen van de schade en nu ineens een heel andere norm; die van De Nederlandsche Bank. Hoe kan dat nou?"
De Commissie van Beroep had in een zaak in 2014 uitgesproken dat de 3-maandEuribor-rente geen goede maatstaf was voor bepalen van de schade. Wat dat dan wel moest zijn was lang onduidelijk. Ook in een zaak uit 2017, waarbij de Commissie van Beroep vond dat de bank niet goed genoeg de rente op een lening had aangepast,  werd niet echt duidelijk waarop de Commissie van Beroep de schade berekende.

In de zaak van Gerard de Graauw in het voorjaar van 2018 zei de Geschillencommissie dat de bank de schade moest berekenen met de 3-maands-Euribor als uitgangspunt. In nog twee daaropvolgende zaken zei de Geschillencommissie dat ook. Toen is de bank in beroep gegaan bij de Commissie van Beroep. En deze commissie (die dus de Geschillencommissie kan overrulen) heeft  gesteld dat de norm de rente is zoals die door De Nederlandsche Bank wordt gepubliceerd. Je mag er van uit gaan dat - nu de Commissie van Beroep als hogere instantie dan de Geschillencommissie die norm heeft bepaald – de Geschillencommissie die norm over neemt
"Waarom gaat er nog een tijd overheen voordat duidelijk is hoe de compensaties berekend moet gaan worden?"
De norm waar het Kifid nu van uit gaat voor het bepalen van de schade is de gemiddelde rente op consumptief krediet die De Nederlandsche Bank (DNB) publiceert. DNB doet dat echter pas sinds 2010. Bj veel zaken loopt het contract al van vóór 2010. Dus iemand moet gaan bepalen wat die rente vóór 2010 zou zijn geweest. Kifid heeft aan de bank en aan Geldbelangen gevraagd om een deskundige aan te wijzen die dat moet gaan onderzoeken. Dat zijn - mede op verzoek van Geldbelangen - twee deskundigen geworden. En omdat de maatstaf die deze deskundigen gaan vinden maatstaf gaat worden voor vele andere klachten moet het onderzoek zorgvuldig gebeuren. Dát vraagt tijd. Natuurlijk zullen wij proberen die tijd zo kort mogelijk te laten zijn. We willen dat ook in andere zaken de klacht nu eindelijk afgewikkeld wordt. Maar wij verwachten dat de eerste klachten niet eerder dan in de loop van het eerste kwartaal van 2020 worden afgerond
"In Kassa werd gezegd dat er misschien toch een kans bestaat dat de schadeberekening moet worden gemaakt met de 3-maands-Euribor als uitgangspunt. Hoe zit dat?"
De norm voor bepalen van de schade staat nergens vast. Dus ‘iemand’ moet dat bepalen. In dit geval heeft het Kifid gezegd dat het de DNB-norm moet worden. Het Kifid is hét klachteninstituut binnen de financiële sector dat valt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën. Als die zo’n norm bepaalt zal er niet snel een andere instantie zijn die er anders over gaat denken.
Maar het kan natuurlijk zijn dat een gewone rechter er anders over denkt. Wij begrepen dat er plannen waren om zo’n rechtszaak te gaan starten. Maar ons hebben geen signalen bereikt dat die rechtszaak ook werkelijk is begonnen. 
"Hoe gaat dat dan als er wel zo’n rechtszaak komt?"
Er word gestart (per individu of als groep) met een procedure bij de rechtbank. De ervaring leert dat - als het een bank of verzekeraar veel geld kan gaan kosten en hij verliest - de bank in beroep zal gaan bij het gerechtshof. Als de bank dan nog een keer ‘verliest’ zal deze waarschijnlijk een beroep doen op de rechters van de Hoge Raad, die een eindoordeel vellen. Soms moet een ander gerechtshof dan nog een keer naar de zaak gaan kijken.

Onze ervaring met dit soort zaken is dat het wel vijf tot tien jaar of zelfs langer kan duren voordat er duidelijkheid is. In een vergelijkbare zaak zijn consumenten al sinds december 2012 aan het procederen. In november 2019 heeft de Hoge Raad in die zaak het dossier terug gegeven aan het Gerechtshof om zich nog eens over een argument van de bank te buigen. Voorlopig is het  einde van die rechtszaak nog niet in zicht. 
"Hoe groot achten jullie de kans dat er uit zo’n rechtszaak iets beters komt dan wat er nu bereikt is?"
Dat is niet te zeggen. Het kan zijn dat het positiever is. Maar het kan ook zijn dat de bank zoveel advocaten en juridische kracht in zet dat de hele uitspraak van het Kifid overboord gaat, waardoor  je helemaal nergens recht op hebt en niets krijgt. 
"Ik heb niet alle gegevens meer om de schadeclaim te berekenen. Ik begrijp dat de bank die mij kan leveren. Maar volgens Kassa zouden ze daar vele maanden over doen. Dat is toch veel te lang?"
Als het maanden zou duren zou dat inderdaad veel te lang zijn. Maar het is niet onze ervaring. Als wij (met een machtiging van de consument) de gegevens opvragen die nodig zijn voor de berekening dan ontvangen we die vaak vrij snel.  
"Wat voor gevolgen heeft de tussenuitspraak van de Commissie van Beroep van 13 december 2019?"
Precies weten wij het ook niet. We zijn wel bevreesd dat er mogelijk een andere beslissing kan komen. Dat zouden wij niet trecht vinden. Lees er hier meer over.